De handtekeningen onder het nieuwe convenant gaan het verschil niet maken, daar zijn Ernie van den Bogaard (programmaleider Acute Psychiatrie) en Martijn van Dongen (teamleider Acute Psychiatrie) het over eens. Het werkelijke succes van de goede samenwerking met de politie schuilt in de vele persoonlijke ontmoetingen en open gesprekken die eraan vooráf gingen. En die opgebouwde relaties vragen om voortdurend onderhoud, juist wanneer er geen directe aanleiding voor is. “Zo raken we steeds beter op elkaar ingespeeld en kunnen we sneller handelen in een crisissituatie.”
Investering
Vernieling, brandstichting, verboden wapen- en drugsbezit. Belediging, bedreiging, mishandeling: hulpverleners komen steeds vaker in gevaarlijke situaties terecht. Bij het afwenden van zo’n dreiging hebben ze elkaar hard nodig. “Maar een crisis is niet het moment voor een discussie over wat er in die situatie moet gebeuren. Dan moet er gehandeld worden, volgens een sterke hiërarchie en duidelijke werkafspraken”, weet Martijn uit ervaring. Die afspraken staan nu dus op papier; het convenant is het resultaat van een investering die volgens Ernie al enkele jaren gaande is. “Wij hebben goed uitgespit wat we van elkaar verwachten in een crisis, daardoor kunnen we nu sneller handelen als de nood aan de man is.”
Dagje meelopen
De tijd nemen om elkaar als mens te leren kennen en elkaars taak beter te begrijpen; dat is volgens Ernie het geheim van de goede samenwerking met de politie. Zo draaien nieuwe agenten, ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs standaard een dienst mee op de HIC in Oss. En GGZ-medewerkers nemen deel aan de vakdagen van de politie. “Ook organiseren we gezamenlijke trainingen, bijvoorbeeld in het kader van de-escalerend werken. Van zo’n ervaring leer je veel meer dan van het lezen van een protocol”, vindt ze. “Tijdens een opleiding of inwerkperiode sta je bovendien veel meer open voor nieuwe ervaringen dan wanneer je volop aan het werk bent. Ik zou graag zien dat de meeloopdiensten – ook op de spoedeisende hulp of de ambulance – een vast onderdeel worden van onze GGZ-opleidingen.”
Meelopen loont
Ook Martijn merkt dat zo’n kijkje in elkaars keuken loont. “De behandeling op de HIC heeft vaak een verplicht karakter, dat doet wat met de verhoudingen. Het is goed dat nieuwe agenten zien welke afwegingen wij daarin maken: wanneer kies je voor een zachte aanpak, wanneer stel je harde grenzen? Tijdens de dienst heb je tijd om dat uit te leggen.” Ook de keuze om iemand wel of niet op te nemen, leidt vaak tot interessante gesprekken. “Voor agenten kan het prettig zijn als iemand om wie zij zich zorgen maken, even van de straat is. Maar dat is voor ons geen argument voor een opname. Het is heel ingrijpend om iemand zijn autonomie te ontnemen. Vaak kunnen we mensen ook buiten de kliniek goed helpen. Als je dat uitlegt met een kop koffie erbij, begrijp je elkaar beter als je voor zo’n situatie komt te staan”, vertelt Martijn. De basiskennis van psychiatrie is bij de politie overigens prima in orde, vindt Ernie. “Ik sta er versteld van hoe goed sommige jonge agenten omgaan met verwarde personen: niet oordelen of straffen, wel duidelijk zijn. De politieacademie heeft goed in de smiezen hoe belangrijk het is dat agenten dit leren; die noodzaak is de laatste jaren ook wel gestegen.”
Om je de beste ervaring te kunnen geven maken wij gebruik van Cookies. Door het gebruiken van onze website ga je hier automatisch mee akkoord. Wil je meer informatie? Klik dan hier.